Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1560/2003 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend
Artikel 5 Negatief antwoord
Geldend
Geldend vanaf 06-09-2003
- Bronpublicatie:
02-09-2003, PbEU 2003, L 222 (uitgifte: 05-09-2003, regelingnummer: 1560/2003)
- Inwerkingtreding
06-09-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-09-2003, PbEU 2003, L 222 (uitgifte: 05-09-2003, regelingnummer: 1560/2003)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
1.
Wanneer de aangezochte lidstaat na onderzoek van oordeel is dat op grond van de voorgelegde elementen niet kan worden besloten dat hij verantwoordelijk is, wordt het negatieve antwoord dat hij de verzoekende lidstaat toezendt uitvoerig gemotiveerd en worden de redenen voor de weigering in detail uiteengezet.
2.
Wanneer de verzoekende lidstaat van oordeel is dat de weigering op een beoordelingsfout berust of wanneer hij over aanvullende elementen beschikt die hij kan doen gelden, kan hij vragen dat zijn verzoek opnieuw wordt onderzocht. Van deze mogelijkheid moet gebruik worden gemaakt binnen de drie weken na ontvangst van het negatieve antwoord. De aangezochte lidstaat beijvert zich om binnen twee weken te antwoorden. Deze aanvullende procedure leidt er in geen geval toe dat de in artikel 18, leden 1 en 6, en artikel 20, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 343/2003 bedoelde termijnen opnieuw ingaan.