RvdW 2020/1147
Procesrecht. Onmiddellijkheidsbeginsel. Art. 155 Rv. Rechterswisseling; na mondelinge behandeling, tussenarrest en bewijslevering is eindarrest gewezen door drie andere raadsheren; ook de raadsheer-commissaris ten overstaan van wie de getuigenverhoren hadden plaatsgevonden, heeft niet aan het wijzen van eindarrest meegewerkt. Was het hof gehouden om voorafgaand aan het wijzen van het eindarrest een en ander aan partijen mee te delen? Kan in hogere instantie worden geklaagd over het verzuim om te voldoen aan het bepaalde in art. 155 lid 2 Rv? Strijd met art. 6 EVRM? Samenhang met zaak 19/03425.
HR 30-10-2020, ECLI:NL:HR:2020:1712
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 oktober 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03577
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1712, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑10‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:441, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑04‑2020
Essentie
Procesrecht. Onmiddellijkheidsbeginsel. Art. 155 Rv. Rechterswisseling; na mondelinge behandeling, tussenarrest en bewijslevering is eindarrest gewezen door drie andere raadsheren; ook de raadsheer-commissaris ten overstaan van wie de getuigenverhoren hadden plaatsgevonden, heeft niet aan het wijzen van eindarrest meegewerkt. Was het hof gehouden om voorafgaand aan het wijzen van het eindarrest een en ander aan partijen mee te delen? Kan in hogere instantie worden geklaagd over het verzuim om te voldoen aan het bepaalde in art. 155 lid 2 Rv? Strijd met art. 6 EVRM? Samenhang met zaak 19/03425.
Partij(en)
[eiseres], eiseres tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.