RAV 2012/22
Verjaring. Is art. 3:310 lid 2 BW van toepassing op een vordering tot vergoeding van asbestschade die niet op art. 6:175 BW is gebaseerd? Welke actie wordt van de benadeelde verlangd in het kader van de vijfjarige verjaringstermijn van art. 3:310 BW?
HR 02-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BR5216 (Nefalit)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
10/04093
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BR5216
- Roepnaam
Nefalit
- JCDI
JCDI:ADS910724:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BR5216, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 02‑12‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BR5216, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑08‑2010
- Wetingang
BW art. 3:310, 6:162
Essentie
Aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad. Verjaring.
Is art. 3:310 lid 2 BW van toepassing op een vordering tot vergoeding van asbestschade die niet op art. 6:175 BW is gebaseerd? Welke actie wordt van de benadeelde verlangd in het kader van de vijfjarige verjaringstermijn van art. 3:310 BW?
Samenvatting
W. heeft in 1979 bij het dekken van een loods asbestcement golfplaten gezaagd. In 1999 rees het vermoeden dat bij hem sprake was van mesothelioom. In 2000 is hij overleden. In 2003 bleek dat de betrokken dakplaten wit asbest bevatten. De erven hebben Eternit in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.