RFR 2019/107
Vergoedingsrecht. Heeft de vrouw een vergoedingsrecht jegens de man, nu zij de verbouwing van zijn woning heeft gefinancierd?
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:707
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00773
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS72494:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:707, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1444, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Relatievermogensrecht. Buitenhuwelijkse samenleving. Vergoedingsrecht.
Heeft de vrouw een vergoedingsrecht jegens de man, nu zij de verbouwing van zijn woning heeft gefinancierd?
Samenvatting
Partijen hebben ruim vier jaren samengewoond zonder samenlevingsovereenkomst. De woning, die in eigendom aan de man toebehoorde, is in 2011 verbouwd. De kosten daarvan zijn door de vrouw betaald met middelen die de vrouw van haar moeder (uit hoofde van geldlening of schenking) ter beschikking had gekregen. De vrouw heeft van de man een bedrag van ruim € 74.000 gevorderd, stellende dat zij dit bedrag uit haar privévermogen heeft geïnvesteerd in de woning van de man en deswege ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.