NJ 2017/149
Koopovereenkomst (Euroborg). Bestuurdersaansprakelijkheid o.g.v. art. 6:162 BW; maatstaf HR Ontvanger/Roelofsen. Begroting schade, art. 7:36 BW. Vervolg van HR 8 juli 2011, NJ 2012/684.
HR 24-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:484
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/05766
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124299:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:484, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1237, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑12‑2015
- Wetingang
Essentie
Koopovereenkomst (Euroborg). Bestuurdersaansprakelijkheid o.g.v. art. 6:162 BW; maatstaf HR Ontvanger/Roelofsen. Begroting schade, art. 7:36 BW. Vervolg van HR 8 juli 2011, NJ 2012/684.
In cassatie dient tot uitgangspunt dat de vraag of eiseres tot cassatie onder 1 aansprakelijk is, beoordeeld moet worden aan de hand van de maatstaf uit HR 8 december 2006, NJ 2006/659 (Ontvanger/Roelofsen). Het hof heeft geen blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door op grond van in onderlinge samenhang te beschouwen omstandigheden te oordelen dat eiseres tot cassatie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.