Einde inhoudsopgave
Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Artikel 90
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1998
- Bronpublicatie:
28-11-1994, Trb. 1995, 71 (uitgifte: 14-03-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-1998, Trb. 1998, 171 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Binnen het toepassingsgebied van deze Overeenkomst verbindt elk van de Partijen zich ertoe erop toe te zien dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere Partij, zonder discriminatie ten opzichte van de eigen onderdanen, toegang hebben tot de ter zake bevoegde rechterlijke en administratieve instanties van de Partijen ter bescherming van hun persoonlijkheids- en eigendomsrechten, waaronder ook die betreffende intellectuele, industriële en commerciële eigendom.
2.
Binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zetten beide Partijen zich in om:
- —
arbitrage aan te moedigen bij geschillen die voortkomen uit handels- en samenwerkingstransacties tussen ondernemers van de Gemeenschap en van de Republiek Moldavië;
- —
overeen te komen dat wanneer een geschil ter arbitrage wordt voorgelegd elke Partij bij het geschil, behalve wanneer de regels van de arbitrage-instantie die door de Partijen is gekozen anders bepalen, haar eigen scheidsrechter kiest ongeacht diens nationaliteit en dat de voorzitter de derde scheidsrechter of de enige scheidsrechter een ingezetene van een derde staat mag zijn;
- —
hun ondernemers aan te bevelen in onderling overleg het recht te kiezen dat op hun contracten van toepassing is;
- —
aan te moedigen dat een beroep wordt gedaan op de arbitragevoorschriften die zijn uitgewerkt door de Commissie van de Verenigde Naties inzake Internationaal Handelsrecht (Uncitral) en arbitrage door een instantie van een Staat die het Verdrag over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale uitspraken dat op 10 juni 1958 in New York werd gesloten, heeft ondertekend.