Einde inhoudsopgave
Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds
Bijlage III Overeenkomsten inzake intellectuele, industriële en commerciële eigendom als bedoeld in artikel 49, lid 2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-1998
- Bronpublicatie:
28-11-1994, Trb. 1995, 71 (uitgifte: 14-03-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-07-1998, Trb. 1998, 171 (uitgifte: 01-01-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1
Artikel 49, lid 2, heeft betrekking op de volgende multilaterale overeenkomsten:
- —
Berner-conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (Akte van Parijs, 1971);
- —
- —
- —
- —
Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekprodukten (UPOV) (Akte van Genève, 1991).
2
De Samenwerkingsraad kan aanbevelen dat artikel 49, lid 2, voor andere multilaterale overeenkomsten geldt. Indien zich problemen voordoen op het gebied van de intellectuele, de industriële en de commerciële eigendom die de handel ongunstig beïnvloeden, wordt op verzoek van een der Partijen ten spoedigste overleg gepleegd ten einde een voor beide Partijen bevredigende oplossing te vinden voor het probleem.
3
De Partijen bevestigen het belang dat zij hechten aan de verplichtingen die voortvloeien uit de hiernavolgende multilaterale overeenkomsten:
- —
Verdrag van Boedapest inzake de internationale erkenning van het depot van micro-organismen ten dienste van de octrooiverlening (1977, gewijzigd 1980);
- —
Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom (Akte van Stockholm, 1967, gewijzigd 1979);
- —
Schikking van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken (Akte van Stockholm, 1967, gewijzigd 1979);
- —
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien (Octrooisamenwerkingsverdrag) (Washington 1970, aangepast en gewijzigd in 1984).
4
Vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst kent de Republiek Moldavië aan vennootschappen en onderdanen van de Gemeenschap wat de erkenning en de bescherming van intellectuele, industriële en commerciële eigendom betreft, een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke dit land uit hoofde van bilaterale overeenkomsten aan enig ander derde land toekent.
5
De bepalingen van punt 4 zijn niet van toepassing op de voordelen die de Republiek Moldavië op een daadwerkelijke grondslag van reciprociteit aan enig derde land toekent of op de voordelen die de Republiek Moldavië aan een ander land van de voormalige Sovjet-Unie toekent.