Einde inhoudsopgave
Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 11 Waarborging goed bestuur
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
20-12-2016, Stb. 2016, 537 (uitgifte: 27-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2016, Stb. 2016, 537 (uitgifte: 27-12-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Als principes voor goed pensioenfondsbestuur als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de Pensioenwet dan wel artikel 42, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling worden aangewezen voor fondsen de Code Pensioenfondsen, zoals geformuleerd door de Stichting van de Arbeid en de Pensioenfederatie en voor verzekeraars de Code Rechtstreeks verzekerde regelingen, zoals geformuleerd door de Stichting van de Arbeid en het Verbond van Verzekeraars. Deze laatste code is van overeenkomstige toepassing op premiepensioeninstellingen. De codes, en iedere wijziging daarvan, behoeven de goedkeuring van Onze Minister.
2.
Een uitvoerder doet in het bestuursverslag mededeling over de naleving van de principes, bedoeld in het eerste lid. Indien een uitvoerder de principes niet heeft nageleefd of niet voornemens is deze in het lopende en daarop volgende boekjaar na te leven, doet hij daarvan in het bestuursverslag gemotiveerd opgave.