Einde inhoudsopgave
RvdW 2016/1049
Opgave bewijsmiddelen conform art. 359 lid 3 Sv. Verdachte heeft in eerste aanleg bekend en nadien niet anders verklaard en het hof heeft het door de raadsvrouwe tot vrijspraak strekkende verweer gemotiveerd verworpen. Gelet hierop is de Hoge Raad van oordeel dat verdachte onvoldoende belang heeft bij zijn cassatieberoep. HR verklaart, gezien art. 80a RO, het beroep niet-ontvankelijk.
HR 04-10-2016, ECLI:NL:HR:2016:2244
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/03740
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2244, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2016
Essentie
Opgave bewijsmiddelen conform art. 359 lid 3 Sv. Verdachte heeft in eerste aanleg bekend en nadien niet anders verklaard en het hof heeft het door de raadsvrouwe tot vrijspraak strekkende verweer gemotiveerd verworpen. Gelet hierop is de Hoge Raad van oordeel dat verdachte onvoldoende belang heeft bij zijn cassatieberoep. HR verklaart, gezien art. 80a RO, het beroep niet-ontvankelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 3 augustus 2015, nummer 21/004761-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: C.H.W. Janssen, te Arnhem.