RF 2017/68
Boete. Heeft de concernfinancieringsmaatschappij art. 3:2 lid 1, onderdeel b, Wft (oud) overtreden nadat de moedermaatschappij niet meer over voldoende liquide middelen beschikte om haar betalingsverplichtingen na te komen? (DNB/X)
CBb 12-04-2017, ECLI:NL:CBB:2017:116
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
12 april 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.J. van Lierop, S.C. Stuldreher, J.L. Verbeek
- Zaaknummer
16/54
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926950:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2017:116, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 12‑04‑2017
- Wetingang
Essentie
Lex certa. Boete. Concernfinancieringsmaatschappij.
Heeft de concernfinancieringsmaatschappij art. 3:2 lid 1, onderdeel b, Wft (oud) overtreden nadat de moedermaatschappij niet meer over voldoende liquide middelen beschikte om haar betalingsverplichtingen na te komen?
Samenvatting
Naam 1 (hierna: A) (een concernfinancieringsmaatschappij) haalt in 2009 (ook) bij niet-professionele beleggers geld op met een obligatielening. Dit geld wordt voor eigen rekening doorgeleend naar de moedermaatschappij, die ook moedermaatschappij is van een aantal beleggingsfondsen. Deze investeren het in Duitse huurwoningen. In 2011 kan de moedermaatschappij wegens ontbreken van liquide middelen geen uitkeringen meer doen aan A en daarmee blijven de obligatiehouders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.