Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 14-11-2024
- Bronpublicatie:
09-11-2024, Stb. 2024, 340 (uitgifte: 13-11-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-11-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-11-2024, Stb. 2024, 340 (uitgifte: 13-11-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de ambtenaar met een andere betrekking dan een volledige betrekking wordt de ingevolge de artikelen 17 en 18 geldende aanspraak op vakantie vastgesteld op een evenredig deel van de aanspraak bij een volledige betrekking.
2.
Indien de betrekkingsomvang van de ambtenaar in de loop van een kalenderjaar wordt gewijzigd, wordt de aanspraak op vakantie over het resterend gedeelte van het jaar opnieuw vastgesteld, rekening houdend met de nieuwe diensttijd. De tot aan de datum van ingang van de wijziging van de diensttijd verworven aanspraak op vakantie blijft ongewijzigd.
3.
Bij beëindiging of aanvang van het dienstverband in de loop van een kalenderjaar wordt de aanspraak op vakantie als bedoeld in de artikelen 17, eerste lid, en 18 vastgesteld naar evenredigheid van de duur van het dienstverband in dat jaar.
4.
Over kalendermaanden gedurende welke de ambtenaar in het geheel geen dienst verricht, met uitzondering van de eerste kalendermaand, heeft hij geen aanspraak op vakantie. Over kalendermaanden gedurende welke de ambtenaar gedeeltelijk dienst verricht, heeft hij slechts aanspraak op vakantie naar evenredigheid van het gedeelte van het aantal uren waarop hij feitelijk dienst verricht.
5.
Het vierde lid is niet van toepassing indien:
- a.
geheel of gedeeltelijk geen dienst wordt verricht wegens:
- 1°
opname teveel gewerkte uren;
- 2°
verleende vakantie;
- 3°
niet aan schuld of nalatigheid van de ambtenaar te wijten ziekte;
- 4°
ouderschapsverlof als bedoeld in artikel 6:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- 5°
zwangerschaps- en bevallingsverlof als bedoeld in artikel 3:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- 6°
verblijf in militaire dienst wegens herhalingsoefeningen;
- 7°
verlof van korte duur verleend op basis van de artikelen 35, 36 of 37 of artikel 4:1, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- 8°
adoptieverlof als bedoeld in artikel 3:2, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- 9°
partieel uittreden als bedoeld in artikel 13a;
- 10°
minder werken als bedoeld in artikel 28b;
- 11°
opname van levensfase-uren;
- 12°
aanvullend geboorteverlof als bedoeld in artikel 4:2a, eerste lid, van de Wet arbeid en zorg;
- 13°
schorsing of buitenfunctiestelling op grond van artikel 84, eerste respectievelijk tweede lid; of
- b.
het bevoegd gezag daartoe aanleiding aanwezig acht.