RvdW 2011/676
Hoger beroep. Niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding?; verschenen belanghebbende in zin van art. 358 lid 2 Rv; verlenging beroepstermijn met veertien dagen bij apparaatsfout; extra verlenging onder bijzondere omstandigheden?
HR 27-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0510
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 mei 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, J.C. van Oven, F.B. Bakels, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/03950
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BQ0510
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0510, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2010
- Wetingang
Essentie
Hoger beroep. Niet-ontvankelijkheid wegens termijnoverschrijding?; verschenen belanghebbende in zin van art. 358 lid 2 Rv; verlenging beroepstermijn met veertien dagen bij apparaatsfout; extra verlenging onder bijzondere omstandigheden?
Het hof heeft met juistheid geoordeeld dat thans eiseressen tot cassatie hebben te gelden als verschenen belanghebbenden in de zin van art. 358 lid 2 Rv, nu zij, als wederpartij genoemd in het verzoekschrift tot het houden van het voorlopig getuigenverhoor, zich in de procedure hebben gesteld doordat zij een advocaat schriftelijk verweer hebben laten voeren, en nu zij, vertegenwoordigd door hun bestuurder, hebben deelgenomen aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.