RvdW 2017/478
Octrooirecht. Kort geding; indirecte inbreuk (‘Swiss-type claims’), art. 73 lid 1 ROW; prioriteit; maatstaf. Handhaving octrooirecht beperking mededinging? Afstemming in cassatie met oordeel bodemrechter?
HR 14-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:692
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 april 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/01813
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Mededingingsrecht / Algemeen
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:692, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:981, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑03‑2015
- Wetingang
Essentie
Octrooirecht. Kort geding; indirecte inbreuk (‘Swiss-type claims’), art. 73 lid 1 ROW; prioriteit; maatstaf. Handhaving octrooirecht beperking mededinging? Afstemming in cassatie met oordeel bodemrechter?
Bij de beantwoording van de vraag naar de gerechtvaardigdheid van het beroep op een prioriteitsdocument dient te worden onderzocht of in dat document, in zijn geheel beschouwd, de geclaimde uitvinding direct en ondubbelzinnig aan de gemiddelde vakman, die gebruik maakt van zijn algemene vakkennis, wordt geopenbaard. Het hof heeft tot uitdrukking gebracht hoe de gemiddelde vakman, met zijn algemene vakkennis, het prioriteitsdocument US 689 zal begrijpen. Daarmee is geenszins onverenigbaar het oordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.