RvdW 2012/1045
Verkrijging door bezitter niet te goeder trouw van eigendom strook grond door extinctieve verjaring?; art. 3:105 juncto 3:306 BW; vereisten.
HR 10-08-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5324
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 augustus 2012
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.A. Loth
- Zaaknummer
11/00459
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- LJN
BW5324
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW5324, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑08‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW5324, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑08‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑01‑2011
- Wetingang
BW art. 3:102, 3:105, 3:306, 3:314
Essentie
Verkrijging door bezitter niet te goeder trouw van eigendom strook grond door extinctieve verjaring?; art. 3:105 juncto 3:306 BW; vereisten.
Ingevolge art. 3:105 BW kan ook de bezitter die niet te goeder trouw is de eigendom van een zaak verkrijgen. Hiervoor is, behoudens het in lid 2 bepaalde, slechts vereist dat hij de zaak bezit op het tijdstip waarop de verjaring van de rechtsvordering strekkende tot beëindiging van het bezit wordt voltooid. Voor de voltooiing van de verjaring is nodig dat de toestand dat een ander dan de rechthebbende bezitter is, gedurende de gehele verjaringstermijn heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.