NJB 2016/1299
Door appellante niet in de gelegenheid te stellen [bedrijfsleider 1] en [bedrijfsleider 2] als getuigen ter zitting te horen heeft de rechtbank gehandeld in strijd met de goede procesorde en art. 6 EVRM
CRvB 01-06-2016, ECLI:NL:CRVB:2016:1992
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
1 juni 2016
- Magistraten
Mrs. Van der Kris, Lange, Van der Wiel
- Zaaknummer
13-754 WW
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2016:1992, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 01‑06‑2016
- Wetingang
(art. 8:60 Awb)
Essentie
Door appellante niet in de gelegenheid te stellen [bedrijfsleider 1] en [bedrijfsleider 2] als getuigen ter zitting te horen heeft de rechtbank gehandeld in strijd met de goede procesorde en art. 6 EVRM
Uitspraak
(…)
Overwegingen
4.1.
Bij brief van 8 november 2012 heeft appellante de rechtbank verzocht de zitting van 20 november 2012 te verplaatsen omdat zij [bedrijfsleider 1] als getuige ter zitting wilde horen, maar [bedrijfsleider 1] die dag verhinderd was. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. Appellante heeft de rechtbank ter zitting van 20 november 2012 verzocht het onderzoek ter zitting te schorsen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.