FED 2012/106
Op 29 juni 2012 wees de Hoge Raad een tweetal arresten op het gebied van vermogensetikettering en vastgoed in gesplitst gebruik. In beide arresten dient de Hoge Raad zich te buigen over de vraag óf een aan derden verhuurde gedeelte van vastgoed dat voor het overige in de onderneming wordt gebruikt, verplicht privévermogen vormt of dat als gevolg van een koppelverkrijging sprake is van keuzevermogen. In het bijzonder speelt de vraag of het arrest van 17 september 2010, een beperkte of juist een ruime werking heeft (Zie HR 17 september 2010, nr. 09/00332, FED 2011/15 en BNB 2011/3.)
HR 29-06-2012, BV8959 (Beroepschrift), m.nt. S.J. Mol-Verver
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 juni 2012
- Magistraten
Overgaauw, Bavinck, Leemreis, Sterk, Van Loon
- Zaaknummer
11/03413
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
S.J. Mol-Verver
- LJN
BV8959
- JCDI
JCDI:ADS23886:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV8959, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑06‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV8959, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2012
- Wetingang
Art. 3.8 Wet IB 2001
Essentie
Op 29 juni 2012 wees de Hoge Raad een tweetal arresten op het gebied van vermogensetikettering en vastgoed in gesplitst gebruik. In beide arresten dient de Hoge Raad zich te buigen over de vraag óf een aan derden verhuurde gedeelte van vastgoed dat voor het overige in de onderneming wordt gebruikt, verplicht privévermogen vormt of dat als gevolg van een koppelverkrijging sprake is van keuzevermogen. In het bijzonder speelt de vraag of het arrest van 17 september 2010, een beperkte of juist een ruime werking heeft (Zie HR 17 september 2010, nr. 09/00332, FED 2011/15 en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.