NJB 2022/2386
Hoor en wederhoor. Ontoelaatbare verrassingsbeslissing. Goede zeden. Openbare orde. Het hof oordeelt ambtshalve dat de overeenkomst die aan de vordering van eiser ten grondslag ligt, nietig is wegens strijd met de goede zeden of de openbare orde. Hoge Raad: Het oordeel van het hof moet worden aangemerkt als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing. Het hof heeft verzuimd partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de vraag of de overeenkomst in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, en zo nodig hun stellingen daaraan aan te passen.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/02966
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1432, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:456, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Hoor en wederhoor. Ontoelaatbare verrassingsbeslissing. Goede zeden. Openbare orde. Het hof oordeelt ambtshalve dat de overeenkomst die aan de vordering van eiser ten grondslag ligt, nietig is wegens strijd met de goede zeden of de openbare orde. Hoge Raad: Het oordeel van het hof moet worden aangemerkt als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing. Het hof heeft verzuimd partijen in de gelegenheid te stellen zich uit te laten over de vraag of de overeenkomst in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, en zo nodig hun stellingen daaraan aan te passen.
Partij(en)
X en Y, adv. mr. K. ...