NJB 2015/2117
HR, 20-11-2015, nr. 15/03857
HR 20-11-2015, ECLI:NL:HR:2015:3346
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 november 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, G. Snijders, M.V. Polak, V. van den Brink, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
15/03857
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3346, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑11‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:2279, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2015
- Wetingang
Samenvatting
Wet Bopz. Beslistermijn. HR: 1. Voortzetting van de inbewaringstelling. Nu de rechtbank niet tijdig heeft beslist op het verzoek om machtiging tot voortzetting van de inbewaring, was met ingang van 24 april 2015 de vrijheidsbeneming van betrokkene onwettig. 2. Voorlopige machtiging. Het verzoek van 7 mei 2015 om een voorlopige machtiging moet worden aangemerkt als een zelfstandig verzoek. De verzochte machtiging is binnen de wettelijke beslistermijn afgegeven. Er bestond dan ook geen beletsel de machtiging te verlenen voor de duur van zes maanden
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. G.E.M. Later, vs. de officier van justitie, niet verschenen.