NJ 2022/63
Onrechtmatige overheidsdaad. Executie-uitlevering naar Turkije van in Nederland woonachtige Bulgaar. Verplichtingen o.g.v. arrest HvJ EU Raugevicius.
HR 01-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1690
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 november 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, V. van den Brink, M.J. Borgers, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/03607
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS635286:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1690, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑09‑2018
- Wetingang
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad. Executie-uitlevering naar Turkije van in Nederland woonachtige Bulgaar. De Staat heeft niet voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit het arrest van het HvJ EU Raugevicius.
Samenvatting
In cassatie is aan de orde welke verplichtingen de Staat heeft indien aan hem door een derde land (Turkije) met het oog op de tenuitvoerlegging van een straf wordt verzocht om de uitlevering van een burger van de Unie (de opgeëiste persoon) die de nationaliteit heeft van een andere lidstaat (Bulgarije).
Uit het arrest Raugevicius (HR 1 november 2019, RvdW 2019/1128) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.