JWB 2006/90
Huur; medehuurderschap; gemeenschappelijke huishouding; duurzaamheid
HR 10-03-2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6932 (Hooft/Woningstichting Rochdale)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 maart 2006
- Zaaknummer
C04/338HR
- LJN
AU6932
- Roepnaam
Hooft/Woningstichting Rochdale
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AU6932, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑03‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AU6932, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑03‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑11‑2004
- Wetingang
Art. 7A:1623h BW (oud); art. 7:267 BW
Essentie
Huur; medehuurderschap; gemeenschappelijke huishouding; duurzaamheid
Samenvatting
Casus
Eiser 1 is de kleinzoon van betrokkene 1. In het verleden heeft de rechtsvoorgangster van Rochdale, verweerster in cassatie, aan de echtgenoot van betrokkene 1 de eengezinswoning verhuurd. Na het overlijden van haar echtgenoot heeft betrokkene 1 de huurovereenkomst voortgezet. Bij brief van 22 juni 1999 hebben eiser 1 en betrokkene 1 gezamenlijk aan Rochdale verzocht ermee in te stemmen dat eiser 1 medehuurder van de woning zal zijn. Rochdale heeft het verzoek afgewezen. Betrokkene 2 is op 18 oktober 2003 overleden. Rochdale heeft daarvan mededeling gedaan in haar memorie van antwoord ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.