Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 8.4.41 [Representativiteit meetwaarde]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
24-11-2017, Stcrt. 2017, 67488 (uitgifte: 01-12-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/284984)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2017, Stcrt. 2017, 67488 (uitgifte: 01-12-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2016/284984)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
Een resulterende meetwaarde is representatief voor de gemeten remvertraging, indien:
- a.
in de meetperiode zich uitsluitend meetwaarden bevinden die verkregen zijn terwijl het voertuig in beweging is;
- b.
de maximale waarde van de remvertraging van een bewegend voertuig binnen de meetperiode valt; onder deze maximale waarde wordt niet verstaan een piekwaarde die aan het begin of aan het einde van de remproef zou kunnen optreden;
- c.
de resulterende meetwaarde wordt berekend door middeling van zes achtereen verkregen meetwaarden:
- 1°
bepaal de maximale meetwaarde van de remvertraging gedurende de meetperiode (te noemen am);
- 2°
bepaal met een interval van 0,1 seconde de vijf gemeten waarden direct vóór de maximale meetwaarde (te noemen a1, a2, a3, a4 en a5) en de vijf gemeten waarden direct na de maximale meetwaarde (te noemen a6, a7, a8, a9 en a10);
- 3°
voer de volgende zes berekeningen uit:
- i.
(a1+a2+a3+a4+a5+am)/6;
- ii.
(a2+a3+a4+a5+am+a6)/6;
- iii.
(a3+a4+a5+am+a6+a7)/6;
- iv.
(a4+a5+am+a6+a7+a8)/6;
- v.
(a5+am+a6+a7+a8+a9)/6;
- vi.
(am+a6+a7+a8+a9+a10)/6;
- 4°
de hoogste van de onder 3° berekende waarden geldt als de resulterende meetwaarde, waarbij uitsluitend de berekende waarden in beschouwing worden genomen die opgebouwd zijn uit meetwaarden die ten minste gelijk zijn aan 75% van de maximale meetwaarde;
- d.
het grootste verschil tussen de meetwaarden, verkregen vanaf 0,5 seconde vóór de meetperiode tot 0,5 seconde na de meetperiode, maximaal 1 m/s2 bedraagt.