Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 82 Evaluatie en toetsing
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Uiterlijk op 16 juni 2020 en vervolgens om de vijf jaar geeft de Commissie opdracht een evaluatie te verrichten om met name de effecten, de effectiviteit en doelmatigheid van het Bureau en zijn werkwijzen te beoordelen, met inachtneming van alle relevante werkzaamheden van de Rekenkamer alsmede van de standpunten en aanbevelingen van de relevante belanghebbenden, waaronder de nationale veiligheidsinstanties en vertegenwoordigers van de spoorwegsector, de sociale partners en de consumentenorganisaties. De evaluatie richt zich in het bijzonder op de vraag of het mandaat van het Bureau moet worden gewijzigd, en op de financiële gevolgen van een eventuele mandaatswijziging.
2.
Uiterlijk op 16 juni 2023 beoordeelt de Commissie de werking van het tweeledig systeem van vergunningen voor voertuigen en veiligheidscertificaten, het éénloketsysteem in verband daarmee en de geharmoniseerde tenuitvoerlegging van ERTMS in de Unie, om vast te stellen of er verbeteringen nodig zijn.
3.
De Commissie zendt het evaluatierapport samen met haar conclusies over het rapport aan het Europees Parlement, de Raad en de raad van bestuur. De resultaten van de evaluatie worden openbaar gemaakt.
4.
Bij elke tweede evaluatie worden bovendien de door het Bureau bereikte resultaten getoetst aan zijn doelstellingen, mandaat en taken.