Einde inhoudsopgave
Regeling jaarverslaggeving onderwijs
Bijlage 3 Gegevens voor de Continuïteitsparagraaf, zoals bedoeld in artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 25-11-2020
- Bronpublicatie:
16-11-2020, Stcrt. 2020, 60912 (uitgifte: 24-11-2020, regelingnummer: 26008797)
- Inwerkingtreding
25-11-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stcrt. 2020, 60912 (uitgifte: 24-11-2020, regelingnummer: 26008797)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Onderwijsrecht / Primair onderwijs
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
Overheidsfinanciën / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Onderwijsrecht / Bijzondere onderwerpen
behorende bij artikel 4, vierde lid
Deze gelden voor alle instellingen die de jaarverslaggeving opstellen op grond van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en voor zover van toepassing.
A. Gegevensset
A1. In het onderdeel Continuïteitsparagraaf van het bestuursverslag worden de navolgende kengetallen opgenomen over het verslagjaar en de vijf jaren volgend op het verslagjaar, aangeduid met T+1, T+2, T+3, T+4 en T+5. Het opnemen van de kengetallen in de jaren T+4 en T+5 is verplicht als sprake is van majeure investeringen. Dit geldt ook als sprake is van volledige doordecentralisatie van de huisvesting in de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Onder majeure investering wordt verstaan elke investering die een aanzienlijke invloed heeft op de bedrijfsvoering dan wel de vermogenspositie van de betrokken instelling. Er is sprake van een majeure investering als het totaal van de investering gedeeld door de totale jaarlijkse baten van de instelling gelijk is of groter dan 15%. De kengetallen worden voorzien van een toelichting waarin het bestuur aangeeft welke belangrijke ontwikkelingen zij verwacht.
Aantallen leerlingen/mbo-studenten/vavo-studenten/ho-studenten
De opgave betreft de stand van het ongewogen aantal leerlingen/mbo-studenten/vavo-studenten/ho-studenten op de laatste teldatum. De prognoses voor de jaren volgend op het verslagjaar zijn in lijn met de opgave ultimo verslagjaar.
Deze kengetallen worden voorzien van een toelichting waarin het bestuur aangeeft welke belangrijke ontwikkelingen zij verwacht.
Personele bezetting in FTE
- –
Bestuur / Management
- –
Personeel primair proces / docerend personeel
- –
ondersteunend personeel / overige medewerkers
Voor deze opgave geldt dat wordt aangesloten bij de voor de betreffende sector gebruikelijke weergave van formatiegegevens. Een nadere uitsplitsing of onderverdeling in categorieën wordt niet verlangd. Het betreft personeel met een vast of tijdelijk dienstverband.
A2. In het onderdeel Continuïteitsparagraaf van het bestuursverslag wordt een meerjarenbegrotingopgenomen op het niveau dat overeenkomt met het niveau waarop de jaarrekening wordt opgesteld, met de navolgende posten. Deze meerjarenbegroting is gebaseerd op de standaardindeling van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en omvat de cijfers van het verslagjaar en voorts de vijf jaren volgend op het verslagjaar, aangeduid met T+1, T+2, T+3, T+4 en T+5. Het opnemen van de meerjarenbegroting in de jaren T+4 en T+5 is verplicht als sprake is van majeure investeringen. Dit geldt ook als sprake is van volledige doordecentralisatie van de huisvesting in de sectoren primair en voortgezet onderwijs. Onder majeure investering wordt verstaan elke investering die een aanzienlijke invloed heeft op de bedrijfsvoering dan wel de vermogenspositie van de betrokken instelling.’ Er is sprake van een majeure investering als het totaal van de investering gedeeld door de totale jaarlijkse baten van de instelling gelijk is of groter dan 15%.
Balans
Met onderverdeling naar VASTE ACTIVA (uitgesplitst naar Immateriële VA, Materiële VA en Financiële VA), VLOTTENDE ACTIVA, (uitgesplitst naar Voorraden, Vorderingen, Kortlopende effecten en Liquide middelen), EIGEN VERMOGEN (uitgesplitst naar Algemene reserve, Bestemmingsreserves en Overige reserves en fondsen), VOORZIENINGEN, LANGLOPENDE SCHULDEN en KORTLOPENDE SCHULDEN
Staat / Raming van Baten en Lasten
De BATEN, uitgesplitst naar Rijksbijdrage, Overige overheidsbijdragen en subsidies, college-, cursus- en/of examengelden, Baten in opdracht van derden en Overige baten.
De LASTEN, uitgesplitst naar Personeelslasten, Afschrijvingen, Huisvestingslasten en Overige lasten.
Het Saldo Baten en lasten uit de gewone bedrijfsvoering, Saldo baten en lasten uit de financiële bedrijfsvoering, Saldo buitengewone baten en lasten.
Totaal resultaat
Toelichting
In een nadere toelichting bij de posten geeft het bestuur aan welke belangrijke ontwikkelingen zij verwacht. Het gaat daarbij met name om
- –
belangrijke ontwikkelingen in de baten en lasten, mede op basis van de verwachte ontwikkeling van kengetallen en bekostigingsvariabelen
- –
het huisvestingsbeleid (eigendom en huur, doordecentralisatie, voorgenomen bouwprojecten en andere bouwkundige investeringen) en de financiering daarvan
- –
de overige voorgenomen investeringen en projecten
- –
de ontwikkelingen rond contractactiviteiten en zogeheten derde geldstroomactiviteiten
- –
verwachte mutaties in reserves (onderscheiden naar de algemene reserves, de bestemmingsreserves, en overige reserves en fondsen) en voorzieningen
Indien intern meerdere scenario’s zijn uitgewerkt, is in elk geval het meest waarschijnlijke scenario in de continuïteitsparagraaf opgenomen.
B. Overige rapportages
B1. Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem
In dit onderdeel geeft het bestuur aan op welke wijze het interne risicobeheersingssysteem is ingericht en hoe dit in de praktijk functioneert. Daarbij wordt aangegeven welke resultaten hiermee zijn bereikt en welke aanpassingen eventueel worden doorgevoerd in de komende jaren.
B2. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden
Het bestuur geeft aan voor welke risico’s en onzekerheden zij zich in de komende jaren ziet geplaatst en op welke wijze zij passende maatregelen treft om aan deze risico’s en onzekerheden het hoofd te bieden. Waar nodig en relevant wordt dit aangevuld met een cijfermatige toelichting.
B3. Rapportage toezichthoudend orgaan
In deze rapportage geeft het toezichthoudend orgaan aan op welke wijze zij het bestuur ondersteunt en/of adviseert over de beleidsvraagstukken en de financiële problematiek.