NJB 2016/830:Kort geding. Spoedeisend belang. Hoger beroep. Proceskostenveroordeling. Een werknemer stelt in kort geding een loonvordering in. De kantonrechter wijst deze bij verstek toe en bekrachtigt het verstekvonnis na verzet. Het hof oordeelt dat de werknemer geen spoedeisend belang meer heeft, wijst de vordering alsnog af en veroordeelt de werknemer in de proceskosten van beide instanties. HR: De regel dat in hoger beroep in kort geding moet worden beoordeeld of de eisende partij ten tijde van het arrest van het hof (nog) een spoedeisend belang heeft, ziet niet (mede) op de proceskostenveroordeling. De appelrechter dient ook in een dergelijk geval te beslissen over de in eerste aanleg uitgesproken proceskostenveroordeling