Einde inhoudsopgave
Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2001
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding van deze wijziging is gelijkgesteld met de inwerkingtreding van de wet (24-05-1996, Stb. 302).
- Bronpublicatie:
04-12-1997, Stb. 1997, 690 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken: 25662)
24-05-1996, Stb. 1996, 302 (uitgifte: 20-06-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23971 Overheid.nl: 23971)
- Inwerkingtreding
01-01-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1999, Stb. 1999, 599 (uitgifte: 30-12-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
23-12-1999, Stb. 1999, 599 (uitgifte: 30-12-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
In afwijking van artikel 67, onderdeel a, WW wordt onder loon dat betrekking heeft op een periode gelegen vóór het vervaljaar en dat in of na het vervaljaar op grond van artikel 64 WW wordt betaald, verstaan het loon, verhoogd met het percentage, vastgesteld op grond van artikel 3 van de Wet BOL dan wel, indien dat loon was vastgesteld met inachtneming van het minimumloon, bedoeld in de WML, met het percentage, vastgesteld op grond van artikel 5 van de Wet BOL.
2.
Bij de in het eerste lid bedoelde verhoging wordt rekening gehouden met het op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wet BOL vastgestelde maximum.