RvdW 2012/1276
Kinderalimentatie; draagkracht alimentatieplichtige failliet; vrij te laten bedrag; discretionaire bevoegdheid R-C ex art. 21 onder 2 Fw.
HR 12-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5884
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
12/01915
- Conclusie
A-G mr. J. Wuisman
- LJN
BX5884
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Insolventierecht / Faillissement
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5884, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5884, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2012
- Wetingang
BW art. 1:397, art. 1:401; Fw art. 20, art. 21; Rv art. 475d
Essentie
Kinderalimentatie; draagkracht alimentatieplichtige failliet; vrij te laten bedrag; discretionaire bevoegdheid R-C ex art. 21 onder 2 Fw.
Als een alimentatieplichtige failliet is verklaard en op die grond verzoekt het bedrag van de alimentatieplicht op nihil vast te stellen dient de rechter, behoudens bijzondere omstandigheden, ervan uit te gaan dat de alimentatieplichtige niet over de draagkracht beschikt om enige onderhoudsbijdrage te betalen, en dus het verzoek toe te wijzen. Verwerft de schuldenaar zich tijdens het faillissement inkomsten, dan kan de rechter-commissaris gebruik maken van zijn in art. 21, aanhef en onder 2, Fw bedoelde discretionaire ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.