Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 97 [Aanbeveling. Instemming]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
25-05-2016, Stb. 2016, 203 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34129)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2016, Stb. 2016, 439 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
De directeur van de Politieacademie doet een aanbeveling voor en heeft een instemmingsrecht bij:
- a.
de aanstelling van personen die ten behoeve van de Politieacademie politieonderwijs ontwikkelen en verzorgen, kennis ontwikkelen, onderzoek verrichten of onderwijsondersteunende werkzaamheden verrichten of die werkzaamheden verrichten binnen de staf van de Politieacademie;
- b.
de selectie van personen die ten behoeve van de Politieacademie politieonderwijs ontwikkelen en verzorgen, kennis ontwikkelen, onderzoek verrichten of onderwijsondersteunende werkzaamheden verrichten of die werkzaamheden verrichten binnen de staf van de Politieacademie, met het oog op het feitelijk ter beschikking stellen, bedoeld in artikel 96, eerste lid.
2.
De directeur van de Politieacademie heeft een instemmingsrecht bij:
- a.
de selectie van de middelen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken van de Politieacademie, bedoeld in de artikelen 74 en 75;
- b.
de beëindiging van het feitelijk ter beschikking stellen van personen die ten behoeve van de Politieacademie politieonderwijs ontwikkelen en verzorgen, kennis ontwikkelen, onderzoek verrichten of onderwijsondersteunende werkzaamheden verrichten of die werkzaamheden verrichten ten behoeve van de staf van de Politieacademie, onverminderd artikel 36, eerste lid;
- c.
de beëindiging van het feitelijk ter beschikking stellen van de middelen, bedoeld onder a, onverminderd artikel 36, eerste lid.
3.
Bij ministeriële regeling worden de functies of de categorieën van personen als bedoeld in de eerste lid, onder a en b, en tweede lid, onder b, aangewezen.
4.
De directeur van de Politieacademie draagt er zorg voor dat de personen die werkzaam zijn ten behoeve van de Politieacademie in de gelegenheid worden gesteld de aan hun aanstelling als ambtenaar van politie verbonden rechten en verplichtingen na te komen.