Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 99 [Bekostiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
25-05-2016, Stb. 2016, 203 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34129)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2016, Stb. 2016, 439 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
Onze Minister stelt jaarlijks ten laste van de begroting van zijn ministerie bijdragen ter beschikking aan de Politieacademie voor de bekostiging van:
- a.
de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger;
- b.
de leden van de raad van advies van de Politieacademie;
- c.
de leden van de examencommissie en van de commissie van beroep voor de examens, voor zover het geen ambtenaren van politie zijn;
- d.
het aangaan van samenwerkingsverbanden met onderwijsinstellingen;
- e.
de uit te besteden toegepast wetenschappelijke onderzoeken.
2.
De Politieacademie gebruikt de geldmiddelen, bedoeld in het eerste lid, uitsluitend ter vervulling van de in het eerste lid bedoelde kosten.
3.
Het is de Politieacademie verboden:
- a.
personeel in dienst te nemen, onverminderd de directeur van de Politieacademie, zijn plaatsvervanger en de leden van de raad van advies van de Politieacademie;
- b.
huur-, koop- en leaseovereenkomsten aan te gaan;
- c.
leningen aan te gaan en overeenkomsten aan te gaan waarbij zij zich verbindt tot zekerheidstelling met inbegrip van zekerheidstelling voor schulden van derden of waarbij zij zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt of zich voor een derde sterk maakt.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën worden regels worden gesteld over het financieel beheer van de Politieacademie.