NJB 2012/1774
HR, 03-07-2012, nr. 11/00845
HR 03-07-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW3751
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juli 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splintervan Kan en W.F. Groos
- Zaaknummer
11/00845
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BW3751
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW3751, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW3751, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑07‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑12‑2011
- Wetingang
Essentie
Gezien de uit de bewezenverklaring blijkende feiten en omstandigheden en gelet op het verhandelde ter terechtzitting is het op art. 361 lid 3 Sv gebaseerde oordeel van het Hof dat de behandeling van de vordering van de benadeelde partij een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert niet onbegrijpelijk. Anders: A-G.
Uitspraak
Inleiding:
Het namens de benadeelde partij voorgestelde middel klaagt over de niet-ontvankelijkverklaring door het hof van de vordering van de benadeelde partij voor zover die betrekking heeft op vergoeding van de materiële schade. Volgens het hof staat onder meer vast dat de benadeelde partij schade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.