Nu verdachte niet van de tenlastelegging is vrijgesproken, stond ingevolge art. 404 lid 1 Sv wel hoger beroep open tegen de einduitspraak van de rechtbank.
HR, 12-04-2011, nr. 10/04027
ECLI:NL:HR:2011:BP4672
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12-04-2011
- Zaaknummer
10/04027
- Conclusie
Mr. Machielse
- LJN
BP4672
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2011:BP4672, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑04‑2011; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BP4672
ECLI:NL:PHR:2011:BP4672, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2011
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2011:BP4672
- Vindplaatsen
Uitspraak 12‑04‑2011
Inhoudsindicatie
Tegen vonnissen of arresten die geen einduitspraken zijn in de zin van art. 138 Sv is beroep in cassatie slechts gelijktijdig met dat tegen de einduitspraak toegelaten. Niet-ontvankelijk.
12 april 2011
Strafkamer
nr. 10/04027
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 augustus 2010, nummer 23/003176-10, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, ten tijde van de betekening van de aanzegging opgenomen in een inrichting van de Geestelijke Gezondheidszorg Noord-Holland Noord te Heiloo.
1. Geding in cassatie
1.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, en mr. T. de Bont, advocaat te Alkmaar, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het beroep.
1.2. Mr. B.P. de Boer, voornoemd, heeft schriftelijk op de conclusie gereageerd.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De bestreden beslissing is niet een einduitspraak in de zin van art. 138 Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.A. Loth, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 12 april 2011.
Conclusie 08‑02‑2011
Mr. Machielse
Partij(en)
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 27 augustus 2010 de beschikking van de Rechtbank Amsterdam van 21 juni 2010 inhoudende de schorsing van de vervolging van verdachte op grond van artikel 16 Sv vernietigd.
2.
Mr. J.H.S. Vogel, advocaat te Alkmaar heeft cassatie ingesteld. Mr. B.P. de Boer, advocaat te Amsterdam, en mr. T. de Bont, advocaat te Alkmaar, hebben een schriftuur ingezonden, houdende twee middelen van cassatie.
3.
Ingevolge artikel 138 Sv was de beslissing van de rechtbank een einduitspraak1., maar de vernietiging van die beslissing is dat niet. Krachtens artikel 428 Sv staat geen cassatieberoep open tegen de beslissing van het hof.2. Het beroep is dus niet-ontvankelijk.
4.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het beroep.
De Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 08‑02‑2011
HR 16 maart 1999, NJ 1999, 369.