NJ 1999, 369
In eerste aanleg gevoerd verweer in appel niet uitdrukkelijk voorgedragen
HR 16-03-1999, ECLI:NL:PHR:1999:ZD1364
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 maart 1999
- Magistraten
Haak, Orie, Balkema
- Zaaknummer
109576
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- LJN
ZD1364
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZD1364, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑03‑1999
ECLI:NL:PHR:1999:ZD1364, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑1999
- Wetingang
Sv art. 330
Essentie
In eerste aanleg gevoerd verweer in appel niet uitdrukkelijk voorgedragen.
Niet blijkt dat de in eerste aanleg gevoerde verweren zijn herhaald, nu slechts in algemene zin is gerefereerd aan de in eerste aanleg overgelegde pleitnotitie ter ondersteuning van een in hoger beroep gedaan beroep op vrijspraak. Hof hoefde derhalve niet te responderen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 8 oktober 1997 in de strafzaak tegen G.R.B., te Amsterdam, adv. mr. J. Kuijper te Amsterdam.
Hof:
Uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep
- a.
(…) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.