NJB 2018/363:Een licentieovereenkomst van bepaalde duur bevat een beding over tussentijdse opzegging. De licentiegever zegt de overeenkomst tussentijds op. Hoge Raad: 1. Gedekt verweer. Het oordeel van het hof dat sprake is van een gedekt verweer, berust op een aan de feitenrechter voorbehouden uitleg van de gedingstukken, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting, is niet onbegrijpelijk en behoefde geen nadere motivering. 2. Opzegging van duurovereenkomsten. Redelijkheid en billijkheid. Het oordeel dat de overeengekomen opzegmogelijkheid geen aanvulling behoeft op grond van art. 6:248 lid 1 BW, getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is genoegzaam gemotiveerd. Dat het hof vervolgens heeft geoordeeld dat een beroep op de opzegging pas ontoelaatbaar is als dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, getuigt evenmin van een onjuiste rechtsopvatting