NJB 2013/1869
Huur bedrijfsruimte. Beroep op vernietigbaarheid van een beding. Aanvang verjaringstermijn. De huurder verlangt tussentijdse huuraanpassing door de kantonrechter. De verhuurder meent dat de mogelijkheid daartoe contractueel is uitgesloten. De huurder meent dat een dergelijke uitsluiting vernietigbaar is wegens strijd met dwingend recht. De verhuurder meent dat de vernietigingsbevoegdheid is verjaard. Het hof oordeelt dat het verjaringsregime van art. 3:52 lid 1 onder d BW van toepassing is (‘ten dienste komen te staan’) en dat deze wetsbepaling aldus dient te worden uitgelegd dat de verjaringstermijn aanvangt wanneer de verhuurder zich op het beding beroept. HR: Onderzocht dient te worden of de huurder de vernietigingsbevoegdheid reeds in een eerder stadium daadwerkelijk kon uitoefenen dan vanaf het moment waarop de verhuurder zich op het beding beriep
HR 09-08-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ9951 (Stern/Gulf)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
9 augustus 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders en G. de Groot
- Zaaknummer
12/04253
- Roepnaam
Stern/Gulf
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:BZ9951, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑08‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BZ9951, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2012
- Wetingang
(BW art. 3:51 lid 3, 3:52 lid 1 onder d, 7:290, 7:291 lid 1, 7:303)
Essentie
Huur bedrijfsruimte. Beroep op vernietigbaarheid van een beding. Aanvang verjaringstermijn. De huurder verlangt tussentijdse huuraanpassing door de kantonrechter. De verhuurder meent dat de mogelijkheid daartoe contractueel is uitgesloten. De huurder meent dat een dergelijke uitsluiting vernietigbaar is wegens strijd met dwingend recht. De verhuurder meent dat de vernietigingsbevoegdheid is verjaard. Het hof oordeelt dat het verjaringsregime van art. 3:52 lid 1 onder d BW van toepassing is (‘ten dienste komen te staan’) en dat deze wetsbepaling aldus dient te worden uitgelegd dat de verjaringstermijn aanvangt wanneer de verhuurder zich op het beding beroept. HR: Onderzocht dient te worden of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.