RFR 2020/68
Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf na conversie van voorwaardelijke machtiging in voorlopige machtiging. Nawerking.
HR 21-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:305
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 februari 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/05298
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200512:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:305, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:28, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑2020
- Wetingang
Essentie
Bopz. Voorwaardelijke machtiging. Machtiging voortgezet verblijf.
Kan de rechtbank een machtiging voortgezet verblijf verlenen als de lopende voorwaardelijke machtiging tijdens de nawerking is geconverteerd in een voorlopige en het verzoek om voortgezet verblijf is ingediend in die nawerkingsperiode? Hoe zit het met nawerking in de nieuwe wetgeving?
Samenvatting
Ten aanzien van betrokkene is een voorwaardelijke machtiging verleend tot 15 juli 2019. Op 8 juli 2019 heeft de officier van justitie ten aanzien van betrokkene een nieuw verzoek voor een voorwaardelijke machtiging ingediend. De rechter heeft de mondelinge behandeling van 22 juli 2019 aangehouden tot 23 augustus 2019, omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.