RBP 2021/72
Vereisten voeging. Is mogelijke precedentwerking een voldoende belang voor voeging (art. 217 Rv)?
HR 21-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:750
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/01940
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- JCDI
JCDI:ADS291750:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1109, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:217, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2022
ECLI:NL:HR:2021:750, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:154, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑07‑2020
- Wetingang
Art. 217 Rv
Essentie
Vereisten voeging. Precedentwerking.
Is mogelijke precedentwerking een voldoende belang voor voeging (art. 217 Rv)?
Samenvatting
In 2013 heeft het Hof Den Haag in een door Stichting Loterijverlies aangespannen collectieve actie voor recht verklaard dat Staatsloterij gedurende de periode 2000 tot en met 2007 misleidende mededelingen heeft gedaan over het wel of niet gegarandeerd zijn van de prijzen, winkansen, het aantal gewonnen prijzen en in 2008 over de hoogte van de prijzen. Het tegen dit arrest ingestelde cassatieberoep is verworpen. In deze procedure vordert verweerder in cassatie onder meer een verklaring voor recht dat Staatsloterij onrechtmatig jegens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.