O&A 2020/14
Klimaatzaak Urgenda; bevel aan Staat om maatregelen te nemen tegen klimaatverandering; beschermingsomvang art. 2 en 8 EVRM; positieve verplichtingen; effectieve rechtsbescherming art. 13 EVRM; deelverantwoordelijkheid staten; geen ontoelaatbaar wetgevingsbevel
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2006 (Klimaatzaak Urgenda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 2019
- Zaaknummer
19/00135
- Roepnaam
Klimaatzaak Urgenda
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2006, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:887, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑01‑2019
- Wetingang
Art. 3:305a BW, art. 2, 8 en 13 EVRM
Partij(en)
Urgenda/Staat
Uitspraak
Stichting Urgenda (hierna: Urgenda) vordert in dit geding een bevel aan de Staat om het volume van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland zodanig te doen beperken dat dit aan het eind van het jaar 2020 met 40%, althans in ieder geval met minimaal 25%, zal zijn verminderd ten opzichte van het volume in het jaar 1990. Zij stelt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.