AB 2016/218
Ne bis in idem bij bestrijding voetbalvandalisme.
HR 12-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:614, m.nt. J.G. Brouwer en A.J. Wierenga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 april 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma. E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/00646
- Noot
J.G. Brouwer en A.J. Wierenga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923794:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bijzonder strafrecht / Openbare orde
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:614, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:206, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2016
- Wetingang
Art. 6 EVRM
Essentie
Ne bis in idem bij bestrijding voetbalvandalisme.
Samenvatting
In cassatie kan ervan worden uitgegaan dat het opleggen van een stadionverbod door de KNVB en het verbeuren van een geldboete aan de KNVB steunen op de standaardvoorwaarden die van toepassing zijn op de bij de koop van een toegangs- of seizoenskaart gesloten civielrechtelijke overeenkomst. Het opleggen van een stadionverbod en/of het verbeuren van de geldboete zijn slechts mogelijk ten aanzien van de koper van een toegangs- of seizoenskaart en louter ter zake van het — kort gezegd — in het kader van een voetbalwedstrijd niet-naleven van die voorwaarden, ook al ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.