NJB 2012/1381
HR, 22-05-2012, nr. 11/03162
HR 22-05-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW6214
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2012
- Magistraten
Mrs. Van Schendel, Groos en Wortel;
- Zaaknummer
11/03162
- Conclusie
de A-G Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep; adv. mr. B.P. de Boer, Amsterdam
- LJN
BW6214
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW6214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑05‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW6214, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2011
- Wetingang
Essentie
De rente verschuldigd ten aanzien van de opgelegde schadevergoedingsmaatregel behoeft niet bij de vaststelling van het bedrag van die maatregel in een concreet bedrag te worden uitgedrukt. De Hoge Raad zet uiteen waarom het in dit geval anders is dan bij het arrest van de Hoge Raad van 13 juli 2010. Vervangende hechtenis kan wel in een voorlopig concreet bedrag worden uitgedrukt
Uitspraak
De verdachte is in hoger beroep veroordeeld tot vier jaren gevangenisstraf wegens:
- 1)
primair: medeplegen van diefstal met geweldpleging; en
- 2)
wederrechtelijke vrijheidsberoving, meermalen gepleegd.
Het eerste middel behelst de klacht dat uit de door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.