BNB 2020/15
Niet-oproepen van getuigen ter zitting; bevoegdheid rechter. Boete. Gevolgen van niet geven van cautie ter zitting
HR 15-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1786, m.nt. F.J.P.M. Haas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 november 2019
- Magistraten
Mrs. De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
18/04315
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
F.J.P.M. Haas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS175938:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Loonbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1786, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:506, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑05‑2019
- Wetingang
Art. 8:28a, 8:60 en 8:63 Awb
Essentie
Niet-oproepen van getuigen ter zitting; bevoegdheid rechter. Boete. Gevolgen van niet geven van cautie ter zitting
Samenvatting
Een voormalig werknemer van belanghebbende heeft een ‘klikbrief’ en diverse stukken aan de Inspecteur gestuurd met als strekking dat belanghebbende aan werknemers, onder wie twee personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, niet in de loonadministratie verantwoord loon had uitbetaald. Dit heeft geleid tot naheffingsaanslagen loonheffingen met rente en een vergrijpboete. Voor het Hof was in geschil of de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat terecht looncorrecties zijn toegepast.
Het Hof heeft naar aanleiding van het verzoek van belanghebbende om getuigen te horen, geoordeeld dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.