BNB 2017/157
Arbeidsrelatie verpleegkundige. Werkzaamheden voor echtgenoot geen bron van inkomen. Uitleg bepalingen fictieve dienstbetrekking uitzendkrachten respectievelijk gelijkgestelden
HR 12-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:846, m.nt. A.L. Mertens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 mei 2017
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/02348
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
A.L. Mertens
- JCDI
JCDI:ADS24431:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Loonbelasting / Dienstbetrekking
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:846, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑05‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑10‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1102, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 20‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑06‑2016
- Wetingang
Art. 3.156 lid 3 Wet IB 2001 (tekst tot 1 mei 2016); art. 2a en 2c Uitv.besl. LB 1965
Essentie
Arbeidsrelatie verpleegkundige. Werkzaamheden voor echtgenoot geen bron van inkomen. Uitleg bepalingen fictieve dienstbetrekking uitzendkrachten respectievelijk gelijkgestelden
Samenvatting
Belanghebbende is werkzaam als verpleegkundige in de thuiszorg. Zij heeft werkzaamheden verricht voor bemiddelingsorganisatie A op basis van een zorgverleningsovereenkomst, voor C op basis van een arbeidsovereenkomst en voor haar echtgenoot. De Inspecteur heeft voor 2010 een Verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-WUO) afgegeven, welke in de jaren 2011-2014 automatisch is verlengd. Na een boekenonderzoek heeft de Inspecteur de VAR-WUO voor een gedeelte van 2013 en voor 2014 ingetrokken en heeft hij een VAR-loon afgegeven. Het Hof heeft geoordeeld dat dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.