Prg. 2018/124
Het is niet uitgesloten dat een werknemer die rechtsgeldig op staande voet is ontslagen, recht heeft op transitievergoeding.
HR 30-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:484
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 maart 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. de Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
17/01642
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:484, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:46, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2017
- Wetingang
Art. 7:673 lid 1, 7:677 lid 1 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Is het uitgesloten dat een werknemer, die rechtsgeldig op staande voet wordt ontslagen, recht heeft op transitievergoeding?
Nee. Een dringende reden voor ontslag betekent niet dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.
Samenvatting
Werknemer wordt op staande voet ontslagen, omdat hij onder invloed van alcohol op zijn werk verschijnt. Werknemer verzoekt vernietiging van de opzegging. Subsidiair verzoekt hij billijke- en transitievergoeding. De kantonrechter wijst de verzoeken af. Het hof bekrachtigt. Werknemer tekent cassatie aan.
Volgens de Hoge Raad heeft het hof over de verwijtbaarheid van het ontslag en de aanspraak op transitievergoeding niets overwogen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.