Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 773/2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag
Artikel 3 Bevoegdheid tot het opnemen van verklaringen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2004
- Bronpublicatie:
07-04-2004, PbEU 2004, L 123 (uitgifte: 27-04-2004, regelingnummer: 773/2004)
- Inwerkingtreding
01-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2004, PbEU 2004, L 123 (uitgifte: 27-04-2004, regelingnummer: 773/2004)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1/2003 een persoon hoort die daarin toestemt, geeft zij bij aanvang van het verhoor de rechtsgrondslag en het doel van dat verhoor aan en verwijst zij naar het vrijwillige karakter ervan. Zij stelt de ondervraagde ook in kennis van haar voornemen om het verhoor te registreren.
2.
Het verhoor kan met alle middelen worden afgenomen, met inbegrip van telefoon of langs elektronische weg.
3.
De Commissie kan de verklaringen van de ondervraagden in om het even welke vorm registreren. Een kopie van elke registratie wordt ter goedkeuring aan de ondervraagde ter beschikking gesteld. Indien nodig bepaalt de Commissie de termijn waarbinnen de ondervraagde haar eventuele correcties kan meedelen die aan zijn verklaring moeten worden aangebracht.