Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 773/2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2008
- Bronpublicatie:
30-06-2008, PbEU 2008, L 171 (uitgifte: 01-07-2008, regelingnummer: 622/2008)
- Inwerkingtreding
01-07-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-06-2008, PbEU 2008, L 171 (uitgifte: 01-07-2008, regelingnummer: 622/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Verordening van de Commissie van 7 april 2004 betreffende procedures van de Commissie op grond van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag 1), en met name op artikel 33,
Na raadpleging van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Verordening (EG) nr. 1/2003 machtigt de Commissie bepaalde aspecten van de procedures tot toepassing van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag te regelen. Er moeten regels worden vastgesteld inzake de inleiding van de procedure door de Commissie, de behandeling van klachten en het horen van de betrokkenen.
- (2)
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2003 moeten de nationale rechterlijke instanties vermijden beslissingen te nemen die in strijd zouden kunnen zijn met beschikkingen die de Commissie in dezelfde zaak overweegt te geven. Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van die verordening verliezen de nationale mededingingsautoriteiten hun bevoegdheid wanneer de Commissie een procedure begint die tot het geven van een beschikking op grond van hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1/2003 moet leiden. In dit verband is het belangrijk dat de rechterlijke instanties en de mededingingsautoriteiten van de lidstaten ervan op de hoogte zijn dat de Commissie de procedure heeft ingeleid. De Commissie moet daarom haar besluiten tot inleiding van de procedure kunnen bekendmaken.
- (3)
Alvorens mondelinge verklaringen af te nemen van natuurlijke of rechtspersonen die daarin toestemmen, moet de Commissie hen op de hoogte brengen van de rechtsgrond van het verhoor en van het vrijwillige karakter ervan. De ondervraagden moeten ook op de hoogte worden gebracht van het doel van het verhoor, alsmede van elke registratie die van dit verhoor kan worden gemaakt. Met het oog op de juistheid van de verklaringen moeten de ondervraagden ook in de gelegenheid worden gesteld om de geregistreerde verklaring te corrigeren. Wanneer in het kader van mondelinge verklaringen verkregen gegevens overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1/2003 worden uitgewisseld, mogen die gegevens alleen als bewijs voor het opleggen van sancties ten aanzien van natuurlijke personen worden gebruikt wanneer aan de voorwaarden van dat artikel is voldaan.
- (4)
Overeenkomstig artikel 23, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1/2003 kunnen geldboeten worden opgelegd aan ondernemingen en ondernemersverenigingen wanneer deze nalaten binnen de door de Commissie vastgestelde termijn een door een van hun personeelsleden tijdens een inspectie gegeven onjuist, onvolledig of misleidend antwoord te corrigeren. Daarom moet aan de betrokken onderneming een geregistreerde verklaring worden verstrekt van de gegeven toelichting en moet een procedure worden vastgesteld die deze onderneming de mogelijkheid biedt tot het corrigeren, wijzigen of aanvullen van toelichtingen die zijn gegeven door een personeelslid dat niet is of was gemachtigd om namens de onderneming toelichting te verschaffen. De door een personeelslid gegeven toelichtingen moeten in het dossier van de Commissie blijven zoals zij zijn geregistreerd tijdens de inspectie.
- (5)
Klachten zijn een essentiële bron van informatie om inbreuken op de mededingingsregels op het spoor te komen. Het is belangrijk duidelijke en doeltreffende procedures vast te stellen voor de behandeling van klachten die bij de Commissie zijn ingediend.
- (6)
Om ontvankelijk te zijn voor de toepassing van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1/2003 moet een klacht bepaalde specifieke gegevens bevatten.
- (7)
Om klagers bij te staan bij het verstrekken van de nodige gegevens aan de Commissie, moet een formulier worden opgesteld. Het verstrekken van de in dat formulier verlangde gegevens moet een voorwaarde zijn om een klacht als klacht in de zin van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1/2003 te behandelen.
- (8)
Natuurlijke of rechtspersonen die ervoor hebben gekozen een klacht in te dienen, moet de mogelijkheid worden geboden om nauw te worden betrokken bij de procedure die de Commissie heeft ingeleid met het oog op de vaststelling van een inbreuk. Zij mogen evenwel geen toegang hebben tot zakengeheimen of andere vertrouwelijke gegevens van andere partijen die bij de procedure zijn betrokken.
- (9)
Klagers moeten in de gelegenheid worden gesteld hun standpunt kenbaar te maken, indien de Commissie van oordeel is dat er onvoldoende gronden zijn om aan de klacht gevolg te geven. Wanneer de Commissie een klacht afwijst op grond van het feit dat een mededingingsautoriteit van een lidstaat deze klacht behandelt of reeds heeft behandeld, dient zij de klager mee te delen welke autoriteit het betreft.
- (10)
Om de rechten van de verdediging van ondernemingen te eerbiedigen, moet de Commissie, alvorens een besluit te nemen, de betrokken partijen het recht verlenen om te worden gehoord.
- (11)
Voorts dient te worden voorzien in het horen van personen die geen klacht in de zin van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1/2003 hebben ingediend en die geen partijen zijn aan wie een mededeling van punten van bezwaar is gericht, maar die niettemin een voldoende belang kunnen aantonen. Consumentenverenigingen die verzoeken om te worden gehoord, zouden over het algemeen moeten worden geacht een voldoende belang te hebben, wanneer de procedure betrekking heeft op producten of diensten voor de eindgebruiker dan wel op producten of diensten die een rechtstreeks onderdeel vormen van dergelijke producten of diensten. Wanneer de Commissie zulks nuttig acht voor de procedure, moet zij ook andere personen kunnen uitnodigen hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en deel te nemen aan de hoorzitting met de partijen aan wie zij een mededeling van punten van bezwaar heeft gericht. In voorkomend geval moet de Commissie deze personen ook kunnen uitnodigen hun standpunt uiteen te zetten tijdens deze hoorzitting.
- (12)
Teneinde de hoorzitting doeltreffender te maken, moet de raadadviseur-auditeur kunnen toestaan dat de betrokken partijen, de klagers, de op de hoorzitting uitgenodigde andere personen, de diensten van de Commissie en de autoriteiten van de lidstaten vragen stellen tijdens de hoorzitting.
- (13)
Wanneer toegang tot het dossier wordt verleend, moet de Commissie zorg dragen voor de bescherming van zakengeheimen en andere vertrouwelijke gegevens. De categorie ‘andere vertrouwelijke gegevens’ omvat andere gegevens dan zakengeheimen, die als vertrouwelijk kan worden beschouwd voorzover de openbaarmaking ervan een onderneming of persoon aanzienlijk zou schaden. De Commissie moet ondernemingen of ondernemersverenigingen die documenten overleggen of hebben overgelegd dan wel verklaringen afleggen of hebben afgelegd, kunnen verzoeken aan te geven welke gegevens vertrouwelijk zijn.
- (14)
Wanneer zakengeheimen of andere vertrouwelijke gegevens nodig zijn om het bewijs van een inbreuk te leveren, moet de Commissie voor elk individueel document beoordelen of de noodzaak tot openbaarmaking groter is dan de schade die zou kunnen voortvloeien uit deze openbaarmaking.
- (15)
In het belang van de rechtszekerheid moet een minimumtermijn worden vastgesteld voor het indienen van de verschillende in deze verordening bedoelde stukken.
- (16)
Deze verordening vervangt Verordening (EG) nr. 2842/98 van de Commissie van 22 december 1998 betreffende het horen van belanghebbenden en derden in bepaalde procedures op grond van de artikelen 85 en 86 van het EG-Verdrag (2), welke derhalve moet worden ingetrokken.
- (17)
Bij deze verordening worden de procedureregels voor de vervoersector afgestemd op de algemene procedureregels voor alle sectoren. Verordening (EG) nr. 2843/98 van de Commissie van 22 december 1998 betreffende de vorm, inhoud en overige bijzonderheden van verzoeken en aanmeldingen uit hoofde van de Verordeningen (EEG) nr. 1017/68, (EEG) nr. 4056/86 en (EEG) nr. 3975/87 van de Raad houdende toepassing van de mededingingsregels op de vervoersector (3) moet derhalve worden ingetrokken.
- (18)
Bij Verordening (EG) nr. 1/2003 werd het aanmeldings- en goedkeuringssysteem afgeschaft. Verordening (EG) nr. 3385/94 van de Commissie van 21 december 1994 betreffende vorm, inhoud en overige bijzonderheden van verzoeken en aanmeldingen uit hoofde van Verordening nr. 17 van de Raad (4) moet derhalve worden ingetrokken,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: