Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht
Einde inhoudsopgave
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/4.7:4.7 De geschillenregeling
Toetsing van besluiten in het rechtspersonenrecht (IVOR nr. 89) 2012/4.7
4.7 De geschillenregeling
Documentgegevens:
A.J.M. Klein Wassink, datum 14-05-2012
- Datum
14-05-2012
- Auteur
A.J.M. Klein Wassink
- JCDI
JCDI:ADS600787:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
In het wetsvoorstel vereenvoudiging en flexibilisering van het bv-recht worden voorstellen gedaan die de geschillenprocedure beter moeten laten functioneren. Zie over deze voorstellen Bulten 2007 en Van der Sangen 2008.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ten slotte wijs ik op de geschillenregeling, art 2:335 - 343 BW, die sinds 1 januari 1989 aandeelhouders de mogelijkheid geeft om in situaties waarin de samenwerking tussen de aandeelhouders niet langer kan worden voortgezet, uit de vennootschap te treden, een medeaandeelhouder uit de vennootschap te stoten. Voor de toetsing van besluiten heeft deze regeling nauwelijks betekenis. Zij is daar ook niet voor bedoeld. De geschillenregeling biedt oplossingen, bijvoorbeeld het definitief scheiden van ruziënde aandeelhouders, die op grond van art. 2:11 - 13 (oud) BW en de huidige art. 2:14 en 15 BW niet te realiseren zijn. Op de geschillenregeling, die in haar huidige opzet, onder ander vanwege de lange duur van de procedure, niet goed functioneert, zal ik binnen het bestek van deze studie niet ingaan.1