NJB 2015/1146:Appeltermijn. Verschoonbare termijnoverschrijding. Meer gedaagden. Verstek. Eiser dagvaardt in eerste aanleg meer gedaagden, van wie er één niet verschijnt. Deze gaat in appel, nadat de appeltermijn is verstreken. HR: In een geval als bedoeld in art. 140 lid 3 Rv, waarin de inleidende dagvaarding niet in persoon is betekend en het vonnis aan de bij verstek veroordeelde niet bekend is geworden voorafgaand aan het verstrijken van de appeltermijn, moet niet-ontvankelijkverklaring wegens termijnoverschrijding achterwege blijven indien de veroordeelde hoger beroep heeft ingesteld binnen een termijn van veertien dagen – of zoveel minder als overeenstemt met een kortere wettelijke beroepstermijn – nadat het vonnis aan de veroordeelde in persoon is betekend dan wel deze anderszins met het vonnis bekend is geraakt

NJB 2015/1146

Appeltermijn. Verschoonbare termijnoverschrijding. Meer gedaagden. Verstek. Eiser dagvaardt in eerste aanleg meer gedaagden, van wie er één niet verschijnt. Deze gaat in appel, nadat de appeltermijn is verstreken. HR: In een geval als bedoeld in art. 140 lid 3 Rv, waarin de inleidende dagvaarding niet in persoon is betekend en het vonnis aan de bij verstek veroordeelde niet bekend is geworden voorafgaand aan het verstrijken van de appeltermijn, moet niet-ontvankelijkverklaring wegens termijnoverschrijding achterwege blijven indien de veroordeelde hoger beroep heeft ingesteld binnen een termijn van veertien dagen – of zoveel minder als overeenstemt met een kortere wettelijke beroepstermijn – nadat het vonnis aan de veroordeelde in persoon is betekend dan wel deze anderszins met het vonnis bekend is geraakt

Documentgegevens:

HR 05-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1470

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 5 juni 2015
Magistraten: Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
Zaaknummer: 14/02561
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2015:1470, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2015
Wetingang: (EVRM art. 6; Rv art. 140 lid 3, art. 339)

Essentie

Appeltermijn. Verschoonbare termijnoverschrijding. Meer gedaagden. Verstek. Eiser dagvaardt in eerste aanleg meer gedaagden, van wie er één niet verschijnt. Deze gaat in appel, nadat de appeltermijn is verstreken. HR: In een geval als bedoeld in art. 140 lid 3 Rv, waarin de inleidende dagvaarding niet in persoon is betekend en het vonnis aan de bij verstek veroordeelde niet bekend is geworden voorafgaand aan het verstrijken van de appeltermijn, moet niet-ontvankelijkverklaring wegens termijnoverschrijding achterwege blijven indien de veroordeelde hoger beroep heeft ingesteld binnen een termijn van veertien dagen – of zoveel minder als overeenstemt met een kortere ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.