NJ 2019/65
OM-cassatie. Kinderporno, art. 240b Sr. 1. ‘Vervaardigen’ door het maken van een opname van een scherm met daarop kinderporno? 2. Vrijspraak ‘gewoonte maken’ toereikend gemotiveerd.
HR 22-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:93
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 januari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.J.A. van Dorst, Y. Buruma, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02289
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS2482:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:93, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑01‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1322, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑01‑2018
- Wetingang
Art. 240b Sr
Essentie
OM-cassatie. Kinderporno, art. 240b Sr. 1. Oordeel dat in het geval van het maken van een opname van een computerscherm waarop reeds bestaande kinderporno wordt vertoond in essentie enkel sprake is van het kopiëren van bestaande beelden en niet van het vervaardigen van nieuwe kinderporno, is niet onjuist. 2. Oordeel dat niet bewezen is dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het verspreiden en het in bezit hebben van afbeeldingen is toereikend gemotiveerd.
Samenvatting
1. Het oordeel dat ten aanzien van de bedoelde videobanden — met opnamen van een computerscherm waarop reeds bestaande kinderporno wordt vertoond — in essentie enkel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.