RFR 2019/79
Lijkbezorging. Is het weigeren van het opgraven en herbegraven van een stoffelijk overschot door de rechthebbende op de grafrechten onrechtmatig?
HR 29-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:453
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01045
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54918:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:453, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:68, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑01‑2019
- Wetingang
Art. 3:13, 6:162 BW; art. 18 lid 1, 29 lid 1 Wet op de lijkbezorging
Essentie
Lijkbezorging. Misbruik van bevoegdheid. Onrechtmatige daad.
Is het weigeren van het opgraven en herbegraven van een stoffelijk overschot door de rechthebbende op de grafrechten onrechtmatig?
Samenvatting
In 2014 is een 35 weken zwangere vrouw overleden. Met haar overlijden is ook het (ongeboren) kind overleden. Op de dag van overlijden is de echtgenoot/vader aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de dood van de vrouw en om die reden in hechtenis genomen. Forensisch onderzoek heeft echter uitgewezen dat de vrouw aan zwangerschapscomplicaties is overleden. Voordat de echtgenoot op vrije voeten werd gesteld, hadden de ouders van de vrouw de begrafenis echter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.