NJB 2017/1408:Medeplegen in de zin van ‘in vereniging’ in art. 141 Sr: van het ‘in vereniging’ plegen van geweld is sprake indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt. De rechter zal moeten beoordelen of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is. In casu biedt de bewijsvoering van het Hof onvoldoende grond voor diens oordeel dat dit het geval is, nu ten aanzien van de rol van de verdachte bij dat geweld niet meer kan worden afgeleid dan dat hij – nadat medeverdachte] een persoon met een ploertendoder op een hand had geslagen en nadat medeverdachte achter die vervolgens wegrennende persoon is aangerend – achter medeverdachte en die persoon is aangerend op enkele meters afstand van medeverdachte