Belastingadvies 2020/14.2
Faciliteit geruisloze inbreng geweigerd door voortzetten deel onderneming buiten bv
HR 10-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:645
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 april 2020
- Zaaknummer
18/02421
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS204238:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2020
ECLI:NL:HR:2020:645, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑04‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
Art. 3.65 Uitvoeringsregeling IB 2001
Essentie
De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het hof dat er voor geruisloze omzetting geen plaats is omdat belanghebbenden na inbreng van hun onderneming in de bv via een samenwerkingsverband winst uit (diezelfde) onderneming blijven genieten.
Samenvatting
Echtgenoten A en B drijven samen in de vorm van een vennootschap onder firma een boerenbedrijf. Zij verkopen hun bedrijf in Nederland en starten vervolgens in Canada een boerderij. Kort voor de verkoop dragen zij hun firma-aandelen over aan een Nederlandse bv. Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbenden bij deze inbreng niet de zogenoemde geruisloze omzetting kunnen toepassen. Kort na inbreng van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.