NJ 2018/405
‘Bevorderen’ in de zin van art. 250 Sr (koppelarij).
HR 02-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1824
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/03881
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS167816:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1824, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1105, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑07‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2018
- Wetingang
Art. 250 Sr
Essentie
‘Bevorderen’ in de zin van art. 250 Sr (koppelarij). Daaronder is onder meer te verstaan het begunstigen dan wel in de hand werken of behulpzaam zijn. Verdachte heeft twee jongens, wier minderjarigheid hij kende, vervoerd naar een bordeel en aldaar een prostituee betaald met wie deze jongens seksueel contact hadden terwijl verdachte toekeek. Op grond daarvan heeft het hof kunnen oordelen dat verdachte het plegen van ontucht door die minderjarigen heeft ‘bevorderd’. Dat het initiatief tot het plegen van die ontucht niet van verdachte is uitgegaan is niet van belang.
Partij(en)
Arrest op het beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.